Je kan op verschillende manieren oesters kweken. In Europa gebruiken wij twee methodes, het kweken via de bodem en het kweken op zogenaamde tafels. Wat is het verschil tussen deze twee kweekmethodes?
Bodemmethode
Dit is de algemene en meest natuurlijke kweekmethode. Er worden oesterlarfjes, ook wel oesterbroed, in het water verspreid. Als de schelp gaat groeien zakken de larfjes na een aantal weken naar de bodem. Dit noemen we broedval. Liggend op de bodem groeit dit broedval uit tot oesters en voeden ze zich met de natuurlijke voeding van de zee.
Tafelmethode
Naast de bodemmethode wordt de tafelmethode steeds vaker toegepast. Deze methode heeft het voordeel minder last te hebben van oesterboorders. Deze slakken zijn in staat de oester voor een deel leeg te slurpen en te vergiftigen. Er worden korven met jonge kleine oesters op tafels in het water geplaatst. Het voedselrijke water stroomt op deze manier langs de korven waardoor de oesters zich optimaal kunnen ontwikkelen. Als het water laag staat zullen de oesters op de tafels boven het water uit komen. Dit is ideaal voor de oesterkweker als hij de oesters wil controleren.De tafelmethode is relatief nieuw in Zeeland, dus gaan we hier iets dieper op in om uit te leggen hoe dat proces eruit ziet.
Er zijn gespecialiseerde ‘nurseries’ waar de oesterkweker ‘naissains’ kan bestellen. Deze baby-oesters zijn niet groter dan 8 mm en worden in houten bakken in het water gelegd, totdat ze groot genoeg zijn om in een korf te gaan. Een korf is een fijnmazige mand gemaakt van kunststof. De korven liggen op houten tafels die in het water staan. De tafels vallen droog bij laag water -ideaal om bij de korven te kunnen- en staan onderwater als het vloed is. De oesterkweker keert en schud de korven herhaaldelijk, om verkleving van de oesters te voorkomen en om het zeewier niet de mogelijkheid te geven in de korf te groeien.
Na 4 tot 8 weken -afhankelijk van de temperatuur en het aantal zonuren- , worden de oesters op grootte gesorteerd in een soorteermachine. De oesters van verschillende groottes worden in nieuwe korven geplaatst om verder te groeien. Dit proces herhaalt zich wel 8 tot 10 keer, tot de oesters groot genoeg zijn. Hierna worden de oesters uit de korven gehaald en in de bodem van de zee gelegd. Hier verrijkt de oester zich met de natuurlijke voedingsstoffen uit de bodem. Na ongeveer 3 jaar en ten minste 33 keer behandeld te zijn, is de oester klaar voor consumptie.