De ene oester is de andere niet. Oesters verschillen in vorm, hebben een andere afkomst en verschillen in smaak. Welke wijn past daarbij? Eentje die droog en fris is, licht fruitig en mineralig smaakt en niet té strak, maar een beetje rond aanvoelt in de mond. Die wijnen vind je in de Franse Elzas. De droge Crémant d’Alsace is fris en mild en prima bij een aperitief met oesters. Iets verfijnder is de combinatie van rauwe oester en een droge, rijke Riesling d’Alsace. De mineralen uit de oester en de wijn wisselen elkaar hier spannend af en vullen elkaar aan.
Als je oesters gaat verwarmen, veranderen de structuur en smaak. Of je ze pocheert, stoomt, grilleert, gratineert of rookt, het oestervlees wordt altijd vaster en de uitgesproken zilte smaak verdwijnt. Het hangt van de toevoegingen af welke wijn hier het beste mee samen gaat. Zo passen een zachte Pinot Blanc d’Alsace en een rijke, rijpe Riesling goed bij oesters gegratineerd met gruyèresaus. Bij een kerriesoep met oesters past een Gewurztraminer d’Alsace, bij gewokte oesters met bosui en koriander een droge Pinot Gris d’Alsace en bij een biefstuk in een saus van gerookte oester voelt een volle Pinot Noir d’Alsace met een beetje houtrijping zich thuis.