De Haarlemse Heda Willem Claesz (1594-1680) specialiseerde zich in het stilleven, maar ook in het weergeven van moeilijke lichtweerkaatsingen. Het schilderij “Stilleven met vergulde bokaal” uit 1635 is een hoogtepunt uit zijn oeuvre.
Op het schilderij zijn de restanten van een luxueuze maaltijd te zien. Een omgevallen vergulde bokaal, stukken brood en oesterschelpen liggen op tinnen borden. Het opgerolde krantenreepje is geen blaaspijltje maar werd gebruikt om het zout op de oesters te strooien. De oesters op het schilderij zien eruit alsof je er zo eentje van het tinnen bord kant optillen.
De kunst van de parel
Het meest fascinerende aan de oester is niet alleen de smaak, maar het feit dat hij een parel kan maken. Er wordt geschat dat er maar in 1 op de vijftienduizend wilde oesters een parel verstopt zit. Een parel ontstaat uit irritatie: wanneer een oester eet opent hij zijn schelp een klein stukje en zuigt dan plankton naar binnen. Soms komt er per ongeluk een zandkorreltje mee naar binnen. Dit vreemde korreltje irriteert de oester zo erg dat hij hem probeert te verwijderen uit zijn schelp. Lukt dit niet dan begint hij om deze zandkorrel een dun laagje parelmoer te bouwen om zichzelf te beschermen. Zolang de zandkorrel blijft zitten blijft de oesters er laagjes omheen bouwen. Voor een parel van 1millimeter dikte zijn ongeveer 2000 laagjes parelmoer nodig. Een redelijke parel heeft dus wel jaren nodig om te ontstaan.